Houtse Heuvel

Geschiedenis

De Houtse Heuvel is van oudsher een soort brink, waaromheen zich de oudste boerderijen hebben bevonden. Het plein behoorde aan de gemeenschap van de omwonende eigenaars. De woningen met de daaromheen liggende tuinen behoorden aan de diverse landbouwers persoonlijk.
De eigendomsrechten zijn thans in het bezit van de omwonenden, die in de loop der tijden het eigendom van de eerste eigenaren hebben overgenomen. Wanneer de Houtse Heuvel voor het eerst gebruikt is door de gelanders, kan niet meer worden nagegaan. Mogelijk valt dit tijdstip wel voor het jaar 1000.
1385 Gasthuis en kapel gesticht door Willem van Duivenvoorde
Tot 1421 Route van Breda naar Geertruidenbergn / Holland loopt over Oosterhout via Hoofseweg, huis ten Strijen, Sandoel naar koepoort in Geertruidenberg
Na 1421 Door de St. Elisabethvloed is bovenstaande route weggeslagen. Het verkeer gaat nu via Ruiterspoor, Heuvel, Steelhovensedijk naar Geertruidenberg.
1609 Tijdens de 80-jarige oorlog wordt het Gasthuis vernietigd bij de belegering van Geertruidenberg.
1759 De Heer van Breda stelt een reglement op voor allen die “gelant zijn aan den Houtschen Heuvel of Hartvang”: Jaarlijks vijftien stuyvers cynspenning betalen, dan mogen de Gelanders zoden steken voor op hun huizen, mesthopen maken, hout opslaan en vee hoeden onder toezicht.
1787 Aan de Heuvel wordt een kerkschuur gebouwd met pastoorswoning
1804 Kapel wordt gesloopt, hier wordt het kerkhof gesticht.
1805 Jan van Wagenberg, Gijsbert van Leysen en Janszoon van Leysen hebben op eigen houtje paden aangelegd en bomen geplant (o.a. de oude paardekastanje voor de kerk). Voor deze “daad van eigendom” worden zij door de Rentmeester van Oosterhout gedaagd voor de Rechtbank in Breda.


Dagvaarding van de deurwaarder, de 1 February 1805
Alzoo Jan van Wagenberg, Gijsbert van Lijsen en Gijsbert Jansen van Lijsen
Opgezetenen van den Hout onder Oosterhout, hebben kunnen goedvinden, daaden
Van eijgendom te pleegen op een Perceel Lands genaamd den Houtschen Huevel.
Geleegen op den Hout voorn een aanvang te maaken met denzelve te effenen;
Daarover wegen te leggen en dien te beplanten welke Houtschen Heuvel is
Toebehorende aan de Nationale Domeinen herkomstig van de Vorst van Nassau,
Zoo zult gij Gerechts Bode hier toe  verzogt uit naam en van wegens de
Ondergeteekende Rentmeester den voorn, Domeinen over Oosterhout, U vervoegen
Aan de Persoonen van Jan Wagenberg, Gijsbert van Lijsen en Gijsbert Jansen
van Lijsen en dezelve alle en ieder van hun in ’t bijzonder insinueeren en
aanzeggen dat zij duur het voors in het bezit zich stellen van den gemelden
Houtschen Heuvel, gansch wederrechtelijke daaden hebbende gepleegt, den
Onderteikende in de nadrukkelijkste termen is protesteerende.
Reserveerende ter dier tijd zoodanige Demarches te doen, als hij zal oordelen
Te behooren.
Insinuee, Protestee, geef Copie deeses aan de Geinsinueerden en relateere U
Wedervaaren in Geschrift.
Actua Oosterhout, den 1 February 1805
Was geteekend
W.D.V. Sompseler
Deeze uitgegeven voor Copie bij mij Onderge-
Teekende Gerechts Bode Oosterhout den 2 February
1805
L.V.D. Noot.


De 3 gedaagden krijgen alle steun van de medegelanders: iedereen draagt een steentje bij naar draagkracht om een advocaat te betalen.
1806 De rechtbank beslist: De Gelanders staan in hun recht.
1808 Een lijst van 35 Gelanders wordt opgesteld, die een financiële bijdrage hebben geleverd aan de rechtsgang
1858 De pacht wordt afgekocht door Johannis van Leysen en Pieter Knipscheer, waarmee de Heuvel definitief eigendom wordt van de Gelanders.
Bewijs van afkoop van Rent en Cijns aan de Heuvel


Ontvangen bij mij ondergetekende Rentmeester er domeingoederen van Z.K.H. Prins
Frederik der Nederlanden voor het Rentambt oosterhout uit de handen van Johannis
Van Leysen en Pieter Knipscheer voor den afkoop van eene rent verschuldigd over
Het gebruik van den Hout, bedragen fl. 1,30 ’s jaars verschijnend den 6 December
Voorkomende op legger onder no. 534 en van eene cijns verschuldigd voor het gebruik
Van den Hout bedragen fl. 0,75 ’s jaars verschijnende den 31 December voorkomend op
Legger onder no. 791, de som van drieëndertig gulden vijfenzeventig cents, benevens
De som van twee gulden vijfentwintig cents voor een jaar rent van 6 en 31 December
1858 tezamen bedragen zesdertig gulden.
Oosterhout, den 16 December 1858
De Rentermeester voornoemd

© 2013 - Vereniging van Eigenaren van de Houtse Heuvel